De Friese Stabij.

De Stabij komt van oorsprong uit Friesland en dan met name uit het Friese wouden gebied, de streek in het zuidoosten en oosten van Friesland.. Het ras is al heel lang bekend in die streken maar is pas sinds de jaren zestig buiten Friesland wat bekender geworden. Al in de negentiende eeuw wordt er in diverse teksten melding gemaakt van "bijke" die onder meer werd omschreven als een "langharige zwartbonte", "een kindervriend" en een "goede jachthond". Er is waarschijnlijk verwantschap tussen de Stabij, de Heidewachtel en de Drentsche patrijshond. 

De Stabij werd gebruikt voor de jacht op mollen, ratten en bunzings, als waakhond en als ongedierteverdelger op het erf en rond het huis. En af en toe als jachthond bij de jacht op haar- en veerwild. In het laatste geval was er vooral sprake van jacht door stropers, want de Stabij was geen hond van de adel, maar van de kleine landman. De Stabij was van oorsprong de hond van de dagloner, van de boeren of van kleine pachters. Het is een zeer veelzijdige hond die tegenwoordig vooral als gezelschapshond wordt gehouden.

 

Het ras werd in 1942 door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied erkend.

Bron: NVSW.